Op stap met ezeltjes in Frankrijk
9 dagen
Eén zijn met de natuur
Genieten van mooie landschappen en rust
Wandelen met jullie persoonlijke ezel
Door bossen, weiden, langs paadjes en rivieren
De kneepjes leren van de ezelverzorging
Smullen van de Franse plattelandskeuken
Overnachten op boerderijen, in een tipi of een boomhut
Route: België – Melay (1) – Saint Julien de Jonzy (1) – Vauban (1) – Vareilles (2) – Saint Julien de Jonzy (1) – Iguerande (1) – Melay (1) – België
Duur: 9 dagen, 8 overnachtingen. Aanpassingen mogelijk. Korter kan ook.
Voor wie: Voor gezinnen met kinderen van alle leeftijden.
Moeilijkheidsgraad: Standaard. Flinke wandelingen per dag, maar in het gezelschap van een ezel kunnen zelfs de kleinsten het aan. Kleine kindjes kunnen ook op de ezel zitten.
Accommodatie: Chambres d’hôtes. Soms een tipitent of jagershut/cabane. Eenvoudig maar netjes.
Ideale reisperiode: Zomervakantie, paas- en herfstvakantie.
Richtprijs: € 1.050 pp. Kinderen +12: € 770; Kinderen -12: € 655; Kinderen -4: € 590;
“Le Brionnais in het zuiden van Bourgogne is nog een stukje onbekend terrein voor veel Frankrijkgangers. Nochtans is dit pareltje absoluut een stop waard. Meer nog, het is een bestemming op zich, zeker als je er een trektocht van maakt met … een ezel als trouw gezelschap! Geniet mee van ons persoonlijke reisverslag!
Vooruit met de ezel!
Toegegeven, we zijn zelf geen doorgewinterde trekkers, zelfs geen fervente wandelaars. En omdat de kinderen nog vrij klein zijn, geraken we nooit verder dan vijf kilometer. Zeker Leon, de jongste, heeft het niet zo op stappen begrepen. Toch zegt het ons wel iets, een ezeltrektocht in het zuiden van Bourgogne. Een onbekende streek, ongerepte natuur en een dier dat erg tot de verbeelding spreekt. Maar: zouden Alice (8), Oscar (6) en Leon (3) die vele kilometers per dag aankunnen? Zouden ze het na twee dagen nog even leuk vinden? En hoe zou het óns met een ezel vergaan? Is dat niet een dier dat per definitie omschreven wordt als vrij koppig? Vragen die uiteindelijk allemaal positief beantwoord zullen worden…
Odyssee
Le Brionnais ligt op ongeveer zevenhonderd kilometer van Gent, zeven uur rijden met de auto. We moeten om 17 uur op de boerderij van Céline zijn voor een eerste kennismaking met onze ezel en een uitvoerige briefing van de zesdaagse trektocht. We zijn blijkbaar niet de enigen die aan een ezelavontuur willen beginnen. Drie andere gezinnen – Fransen, Zwitsers en Duitsers – zien het blijkbaar ook wel zitten. Céline verwelkomt ons met die typische Franse warmte die we tijdens onze tocht nog vaak zullen zien. Ze neemt ons mee naar de stal waar elf ezels ons vragend aanstaren. Loukoum, Pedro, Cannelle, Quito… Ze zijn net terug van een trektocht en dringen om een aai en wat aandacht. We zijn een beetje overdonderd door zoveel ezelgeweld en al die trappelende poten om ons heen. Céline merkt de onzekerheid op en neemt ons mee naar een rustiger plekje. Ze wijst ons ook meteen ’onze’ ezel aan: Odyssee, een zevenjarige meisjesezel. “Dat is nog vrij jong,” zegt Céline, “maar toch al volwassen. Ezels zijn volgroeid als ze vijf zijn, maar ze worden gemiddeld vijfendertig, sommige zelfs vijfenveertig. Odyssee is heel rustig, schrikt niet voor auto’s en stapt makkelijk over een riviertje. Je zult er veel aan hebben.”
Céline vertelt het allemaal met veel passie. Ze heeft duidelijk haar roeping gevonden. Jaren geleden werkte ze nog als vertegenwoordiger in een bedrijf van chemische producten, maar toen dat op de fles ging, maakte ze van haar passie voor ezels haar beroep. Ze richtte een boerderij op en organiseert sindsdien dag- of weektrips voor toeristen die graag een stapje in de natuur zetten in het gezelschap van een ezel.
We zijn in ieder geval onder de indruk. Zal het allemaal wel lukken met Odyssee? Gelukkig kunnen we het nog een beetje laten bezinken in een chambre d’hôtes in de buurt. De routekaarten die we meekregen, worden grondig bestudeerd. Het is de bedoeling dat we elke dag zo’n dertien kilometer stappen naar een ander dorp en een andere chambre d’hôtes. Daar wacht ons een lekkere maaltijd en de picknick voor de volgende dag. Wat een luxe!
De volgende morgen springen Alice, Oscar en Leon enthousiast uit bed. Vandaag ver-trekken we! Zoals we de volgende dagen zullen leren, staat ons vertrek altijd in het teken van de bagage. Ook nu al…
Op de weegschaal
We hebben van Céline twee grote, rode zakken gekregen om onze spullen in op te bergen en over de ezel te hangen. Odyssee mag veertig kilo dragen, maar omdat het de bedoeling is dat ook Leon op de ezel gaat zitten, hebben we nog maar twintig kilo over. Trek daar zeven kilo af voor drank en eten en er blijft niet veel meer over voor onze spullen. De rest moet in onze rugzak. Zo weinig mogelijk meenemen, dus. We hebben een handig weegschaaltje mee- gekregen om onze bagage telkens opnieuw te wegen, zodat het gewicht aan beide kanten van de ezel goed verdeeld is, ook na een maaltijd. Het is een hele klus, maar hoe vaker we het doen, hoe beter we worden.
Daarna neemt Céline de tijd om ons in te wijden in de ezelkunst. We leren hoe we Odyssee het hoofdstel moeten aantrekken en hoe we een knoop moeten maken om haar ergens vast te maken. We leren hoeven krabben, opzadelen en borstelen en met een ezel wandelen. Niet naast maar voor de ezel, anders gaat ze met ons aan de haal. We moeten van bij het begin tonen wie de baas is… Tot zover de theorie.
Om ons wat te laten wennen, stapt Céline één kilometer mee, vanaf dan moeten we het zelf doen. Alice en Oscar zijn dolen- thousiast. Maar Leon wil in geen geval op de ezel. Hij is bang en onder de indruk van dat toch wel grote beest. Om te beginnen mag hij dus op papa’s schouders.
De eerste kilometers
Een beetje zenuwachtig beginnen we aan onze tocht. De eerste kilometer loopt over het jaagpad langs de Loire. Adembenemend mooi, én vol mals gras. Odyssee wil voortdurend eten. Céline heeft ons op het hart gedrukt om dat vooral niet toe te laten. Het is belangrijk om van in het begin te tonen dat ze niet om de haverklap mag stoppen en dat ze mag eten als er gerust wordt. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan en het eerste uur zijn we vrijwel voortdurend bezig met het strak houden van de teugels. Maar geleidelijk aan gaat het beter en kunnen we allemaal een beetje ontspannen. Alice en Oscar stappen gezwind en nemen elk om beurt de teugels over. We genieten van het uitgestrekte landschap, de vele groenschakeringen en het gekwetter van de vogels. Na vier kilometer besluiten we om wat te rusten onder een grote mooie boom. Het is warm en we willen onze voeten wat laten bekomen. Bovendien zijn we niet gehaast, we hebben de hele dag om die dertien kilo-meter af te leggen. Céline heeft in onze picknick ook een paar zakjes chips gestoken. Ideaal als aperitiefje! En ook het koele water is meer dan welkom, want de zon brandt op onze schouders.
Na een halfuur zetten we onze tocht verder. Leon durft nog altijd niet op Odyssee, dus moet papa nog even dienst doen. Het pad gaat nu steil omhoog. Gelukkig loopt de klim door een bos, wat voor de nodige verkoeling zorgt. Kronkelende wegen, bospaden, smalle riviertjes, we komen het onderweg allemaal tegen. De stilte van de natuur is voor stadsmensen als wij wondermooi. We komen ook de Charolaiskoeien tegen, die bij ons gekend zijn om hun mals vlees. De kinderen vinden het grappig dat die beesten hen zo verwonderd aanstaren. Picknicken doen we op een schaduwrijke plek aan een smalle rivier. Céline heeft heerlijke tomatenquiche gebakken en een lekkere tomatensalade klaargemaakt. Je proeft zo de versheid van de ingrediënten. Heerlijk om weer op krachten te komen! Verse nectarines maken de maaltijd com-pleet. Als de picknick overal zo lekker is, zien we dit goed zitten!
Ezelmassage
Of het nu aan het lekkere eten van Céline ligt of niet, als bij wonder wil Leon vanaf nuwél op Odyssee. En hij vindt het super! Wat een verademing. Vooral ook voor de papa… Er volgt een lange wandeling door de volle zon. Iedereen wordt moe en heeft last van de warmte, maar er is niemand die klaagt. Nog een fruit- en drinkpauze en dan in rechte lijn naar onze bestemming. En die blijkt ineens dichterbij dan verwacht.
Al snel komen we aan in het dorpje. Aan de kerk nemen we het eerste straatje links en daar staat het huis – bijna een kasteel – met supergroot park waar we de nacht zullen doorbrengen. We zijn door het dolle heen omdat we de eerste tocht hebben gehaald. Dertien kilometer, het was niet niets, we zijn zo’n vijf en een half uur onderweg geweest. Maar de kinderen hebben ons verbaasd: ze deden het fantastisch!
De ontvangst bij is warm en gastvrij. En hoe moe we ook zijn, we vergeten Odyssee niet. Voor we zelf neerploffen, moet ze afgezadeld en geborsteld worden. Als dank krijgt ze ook een lekkere massage. Alice, Oscar en zelfs Leon borstelen en wrijven alsof ze nooit iets anders hebben gedaan. Prachtig hoe zo’n beest in korte tijd een deel van de familie wordt!
Afscheid
De volgende dagen verlopen volgens eenzelfde stramien. We wandelen, rusten, lachen, lopen, spelen, zingen dat het een lieve lust is. Vaak komen we geen mens, zelfs geen huis tegen. De weidse natuur brengt ons zoveel rust dat we niet begrij- pen waarom we dit nooit eerder hebben gedaan. Ook al krijgen we de derde dag een heuse stortvlaag over ons heen en zijn we echt door- en doornat, we blijven het – allemaal! – even fantastisch vinden. Odyssee wordt een echt maatje dat niet alleen voor onze bagage zorgt, maar ook voor heel wat warmte. Leon, die vanaf het moment dat hij erop durfde, niet meer van haar zijde geweken is, zit op Odyssee als was hij een keizer. We spreken hem dan ook aan als ’Keizer Leon’. Onze aanvanke- lijke twijfels verdwijnen een voor een. Tot onze verbazing beginnen Alice, Oscar en Leon zelfs na een paar dagen nog altijd even enthousiast aan de wandeling. En Odyssee is níét koppig: tweemaal weigert ze even om verder te lopen, maar als we haar liefdevol toespreken, stapt ze toch verder. En die vele kilometers worden na een paar dagen zelfs een gewoonte. Onderweg stoppen we nog bij een prachtig kasteel. En ook de zoete smaak van de braambessen langs de weg zullen ze nooit vergeten. We tellen naaktslakken en sprinkhanen en zien zelfs een hert in het wild. Die eenheid met de natuur zullen we missen, maar het is toch vooral het afscheid van Odyssee dat ons na zeven dagen zwaar valt. Tijdens de laatste wandeling over het jaagpad van de Loire proberen we nog eens dubbel en dik van haar aanwezigheid te genieten. We stoppen zelfs even voor een dikke knuffel en een flinke aai. Céline heeft geen seconde overdreven: we hebben heel veel aan haar gehad!